donderdag 3 januari 2008

Reisverslag

Een groot deel van de maand december heb ik dit jaar wederom doorgebracht in de Verenigde Staten. Een paar dingen vallen me telkens weer op als ik dat land bezoek.

Mijn reis bracht me in Washington, D.C. en in de staat Vermont, beide Democratische bolwerken. De prachtige Amerikaanse hoofdstad is tevens het toneel van een hoop sociale malaise, die niet zozeer het product is van armoede maar veeleer van slechte keuzes. Het begrip "armoede" bestaat in de Verenigde Staten nog slechts als een hergedefinieerde term die wordt gebruikt voor electorale doeleinden. Het rampzalige determinisme dat in Afrika aan de orde van de dag is, bestaat alleen nog in de Amerikaanse geschiedenisboeken.

De grote onderklasse zorgt er niettemin voor dat het District of Columbia sterk blauwgekleurd is. Dat verschijnsel verspreidt zich ook over de voorsteden in het aangrenzende Virginia, waar de linksliberale intelligentsia die uit de stad wegvluchten een onderkomen vinden. Dat zij nog steeds niet willen onderkennen dat hun rampzalige beleidskeuzes mede debet zijn aan de reden dat ze hun woonplaats verlaten, heeft als implicatie dat ook deze traditioneel Republikeinse buurstaat alsmaar blauwer wordt.

Op mijn tweede avond, op de weg terug naar het hotel vanaf een etentje bij een goede kennis, sprak ik met een taxichauffeur. Toen ik hem vertelde dat ik uit Europa kwam, werd hij direct nieuwsgierig naar de verschillen tussen de beide continenten. Enigszins aarzelend begon ik een verhaal over het Amerikaanse geloof in de eigen verantwoordelijkheid, dat naar mijn idee ten grondslag ligt aan het eeuwige optimisme van Amerikanen. Het spiegelbeeld daarvan is uiteraard West-Europa, waar mensen liever afhankelijk zijn van de zorg van de staat en derhalve ook meer klagen over het eeuwige gebrek daaraan.

Omdat ik wist dat die vlieger in deze stad niet altijd opgaat, en vermoedelijk ook niet voor mijn gezelschap, hield ik mijn uiteenzetting bewust oppervlakkig. Even later bleek dan ook dat hij Hillary Clinton steunde, omdat Barack Obama in zijn ogen te jong en onervaren was. Rudy Giuliani en president Bush betichtte hij van het bewust achterhouden van voorkennis over 9/11, zodat de aanslagen hun binnenlandse populariteit zouden versterken. Op dat moment kwam de taxirit gelukkig tot een eind en ik wenste hem -- niet gemeend -- succes met Hillary.

Toch zag ook deze man -- een laagopgeleide taxichauffeur -- in dat de media een veel te negatief beeld schetsen van de situatie in Irak. Hij kende verscheidene mensen die in het land hebben gediend, vertelde hij, en zij beweren zonder uitzondering dat een groot aantal positieve ontwikkelingen de pers niet haalt. Fotografen schieten hun rolletjes alleen vol als er bloed en kogels in beeld zijn, want andere zaken brengen hen geen brood op de plank.

Dit soort skepsis ten aanzien van media en politici is zelden te vinden in Nederland. Ze suddert wellicht onder de oppervlakte en vindt uiting in stemmen op Geert Wilders en op weblogs, maar de mensen met wie ik spreek in Nederland zeuren niet over de Volkskrant en de NOS; ze zijn meestal verbaasd over de kritiek die ik op deze media lever. Volgens mij is de enige verklaring voor dit verschil de veel grotere pluriformiteit in de politiek en media in de VS, die er -- geheel in Amerikaanse stijl -- voor zorgt dat de gewone man veel meer op zichzelf is aangewezen voor zijn opinievorming dan de burger in Nederland, waar een verstikkende consensus de publieke opinie beheerst.

Dit beeld vindt zijn weerslag in de Amerikaanse nieuwszenders. Naast hun nimmer aflatende stroom van kritiek aan het adres van politici verklaren zij ook regelmatig de oorlog aan elkaar. Fox News bekritiseert de berichtgeving van CNN, en klaagt over een advertentie in een bijlage van de New York Times waarop een minderjarig model topless poseert. Die laatsten klagen weer over het "populisme" van de conservatieve zender. Het zijn zaken die we in Nederland niet vaak te zien krijgen.

Opiniemakers en politici laten zich evengoed uit in bewoordingen die Nederlanders vreemd zijn. Terwijl ik mij op de avond na aankomst verzette tegen de jetlag, hoorde ik Glenn Beck op CNN zeggen dat Saoedi-Arabië een "evil country ruled by evil people" is. De Republikeinse libertarische presidentskandidaat Ron Paul verklaarde in hetzelfde programma dat hij de herverdeling van inkomen als "immoreel" beschouwt, en dat hij de federale inkomstenbelasting wil afschaffen. Nu ben ik geen groot fan van Paul, maar dit soort tegengas zouden we in Nederland toch goed kunnen gebruiken. Helaas voor ons land tekent de politicus die de herverdeling van inkomen "immoreel" noemt hier in feite zijn eigen doodvonnis.

Bezijdens een avond in het café met enkele oud-collega's, waren dit de enige conservatieve geluiden die ik in Washington hoorde. En toen moest ik nog naar Vermont afreizen. Veel van de mensen die ik daar sprak kende ik niet of nauwelijks, maar de verhalen die zij vertelden, spreken boekdelen.

Ik sprak een meisje wiens vader in haar bijzijn marihuana rookte zolang zij zich kon herinneren, een uitstekend voorbeeld voor zijn nageslacht uiteraard. De man, een werkloze kunstenaar, bakt tevens zeven dagen per week, weer of geen weer, zijn vlees buiten op de gril, zo hoorde ik achteraf. (Het viel me nog mee dat hij geen vegetariër was).

Een jong meisje met een hippie-uiterlijk vertelde mij en mijn gezelschap dat ze studeerde voor vroedvrouw (niet geheel verrassend deed ze dat in San Fransisco). Haar eerste stage in Afrika -- waar ze kennis had gemaakt met de prachtige tribale cultuur van een lokale stam aldaar -- had ze reeds achter de rug. Haar doel, zo zei ze, was om van de geboorte van een mens weer een natuurlijk proces te maken. Alle kinderen in de VS worden in het ziekenhuis geboren, waar hun moeders medische begeleiding krijgen en veelal worden verdoofd tijdens de bevalling. Maar vroeger werden kinderen evengoed geboren, waaruit ze concludeerde dat die zaken in feite onnodig zijn. Met een stukje "female empowerment" (haar woorden) wilde ze de geboorte van kinderen weer dichter bij de natuur brengen. Wie kan een dergelijk persoon nu serieus nemen?

Tot slot sprak ik met een persoon die actieve groepsreizen organiseert naar Nepal, geheel klimaatneutraal. De CO2-uitstoot die dit éénmansbedrijfje met zich meebrengt, laat zij compenseren door een ander bedrijf dat zich heeft gespecialiseerd in die activiteit. Dat is dan wel weer mooi aan de VS: zelfs groene doeleinden worden het product van kapitalistische ondernemingen.

Het laat zich raden wat deze mensen stemmen. Vermont is de enige staat met een senator in Washington, Bernie Sanders, die zelfs voor de Democratische partij te links is. Het "Ben & Jerry's"-ijs -- vernoemd naar de twee hippies die het bedrijf in de jaren zeventig oprichtten en een deel van de jaaromzet investeerden in goede doelen -- heeft er zijn oorsprong. (Tot op de dag van vandaag blijft de ijsproducent -- nu onderdeel van Unilever -- een sociaal begane onderneming.)

De staat heeft een uitgebreid stelsel van sociale zekerheid, dat gelukszoekers uit het hele land aanzuigt, en (als percentage van het inkomen per capita) de hoogste inkomstenbelasting van alle staten, die via progressieve tarieven wordt geïnd. Dankzij de pittoreske uitstraling en de lage bevolkingsdichtheid trekt Vermont voldoende rijke nieuwkomers en toeristen aan om economisch succesvol te blijven, maar met zijn bruto "binnenlands" product per hoofd van de bevolking van bijna 33.000 dollar moet het maar liefst zevenendertig Amerikaanse staten voor zich dulden.

Het is opmerkelijk dat het naastgelegen New Hampshire juist een libertarisch bestuur kent, met een regering die enkel en alleen in de veiligheid van haar burgers voorziet. "Live Free or Die," zo luidt het motto van de Granite State, wiens inwoners zo'n beetje het minst belasting betalen van het hele land.

Mijn bezoek aan D.C. en Vermont bevestigt dat het beeld van Amerika als rauw kapitalistisch bolwerk zeer eenzijdig en misleidend is. Voor de vrijheidslievende Nederlanders is het te hopen dat New Hampshire, niet de eerstgenoemde staten, de toekomst van de VS -- en in het verlengde daarvan die van de wereld -- representeren.

1 opmerking:

  1. Ik krijg de indruk dat deze trip een studiereis was? De types die jij hier ontmoet lijken in elk geval allemaal op de Cultureel Marxistische Amerikaanse universiteiten behandeld te zijn.

    Uiterst zorgwekkend dat de nieuwe generatie al zo altruïstisch suïcidaal wordt opgeleid. Dat maakt de vooruitzichten voor vrijheidslievenden alleen maar slechter.

    BeantwoordenVerwijderen