maandag 12 mei 2008

Lang leve de atheïstische middelmaat!

Ze gooit het kind met het badwater weg.

De reacties op mijn laatste stuk zijn -- een paar uitzonderingen daargelaten -- niet mals geweest. R. Hartman schreef in de comments op mijn weblog dat hij mijn stuk te lang vond "om geheel te lezen, en vooral ook te eenzijdig," terwijl H. Numan betoogde: "Je mist mijn punt helemaal: het allerbelangrijkste wapen om het mohammedanisme te bestrijden op vreedzame en democratische wijze is scheiding tussen kerk en staat."

Later schreef ene Kishon een uitstekende analyse op Het Vrije Volk en werd vervolgens eveneens gekapitteld door Hartman. In die reactie maakte Hartman terloops ook nog een opmerking over mijn stuk, dat hij typeerde als een "verdediging van Ben Kok," die "voorbij ging aan de essentie van het betoog van H. Numan." Ik kan het volkomen begrijpen dat Hartman geen tijd en zin heeft om mijn lange, taaie epistelen in het geheel te lezen, maar dat hij op basis van een oppervlakkige scan van mijn stuk een dergelijke conclusie trekt, is niet heel netjes.

Ook Numan bleef in een tweede stuk -- dat hij aan mij persoonlijk richtte -- maar hameren op het belang van secularisme, het enige punt waarop ik in mijn stuk nu juist géén kritiek had geleverd. Mijn artikel was geen verdediging van Ben Kok en ook geen aanklacht tegen de "essentie" van Numans reactie op Kok. Ik ergerde me enkel en alleen aan de manier waarop hij de grote monotheïstische religies op één hoop gooide en zonder pardon bij het grof vuil zette. Volgens mij is die houding namelijk typerend voor onze goddeloze, postmoderne samenleving, die niet vanzelfsprekend in alle opzichten een betere is dan die in de "donkere" perioden vóór de Verlichting.

Ik schreef in mijn vorige stuk twee dingen over het verschil tussen het jodendom en met name het christendom enerzijds en de islam anderzijds: 1) "Het probleem is niet religie, het probleem is de islam."; en 2) "De verschillen tussen beide tradities (of beter: syntheses van tradities) manifesteren zich in talloze aspecten van de wereldwijde actualiteit." Wat betreft de inhoudelijke verschillen tussen de islam en "onze" religies wil ik het voorlopig hierbij laten. Ik weet zelf prima wat ik lees in de Koran en in de Bijbel, en ik volg nauwgezet wat christenen en joden van hun leven maken en hoe moslims overal ter wereld zichzelf en anderen het leven zuur maken.

De reacties van de zelfbenoemde voorvechters van vrijheid spreken boekdelen over hun begrip van "beschaving" en haar oorsprong. Dat was precies de reden dat ik de pen ter hand nam voor zowel mijn vorige artikel als het huidige. Mijn stelling -- ik zeg het nogmaals -- is niet dat (sommige) religies bij de wet beschermd dienen te worden en het secularisme een kwaad is (integendeel), maar dat de heftige antireligieuze beschouwingen op Het Vrije Volk en elders het kind met het badwater weg gooien.

Hartman schrijft onder meer: "Het is een absolute misvatting dat we onze 'beschaving' aan de joods/christelijke cultuur te danken hebben. Zonder deze religies waren we al véél eerder beschaafd geweest, religie heeft een rem op de ontwikkeling van de wereld." Numan maakt ook al een dergelijke opmerking: "Ik houd erg veel van koralen van Bach. Bijzonder mooie muziek. Zou Bach zulke werken niet kunnen schrijven voor een seculiere opdrachtgever? Ik betwijfel het. (Denk eens aan G.F. Händel.)" En even later maakt hij het helemaal spannend: "In de jaren tachtig zag de toekomst er rooskleurig uit. We zouden vliegende auto's in het jaar 2000 hebben. Computers die het werk voor ons doen. En meer van dat fraais. Een gouden toekomst. Sorry, maar de realiteit is compleet anders. Na het jaar 2000 viert religieuze kortzichtigheid en intolerantie weer hoogtij."

Hartman en Numans begrip van "beschaving" is dus: ongekende welvaart, wetenschap die het leven immer gemakkelijker maakt voor de mens, gezondheidszorg die de dood steeds verder uitstelt, zo niet uitbant, vliegende auto's, almachtige computers en wat dies meer zij. Dit alles is uiteraard een lineair proces, dat zich inzette in de zeventiende eeuw en zich diende te bevrijden van het juk van religieuze dogma's en andere intolerante tradities. Maar niet te vroeg gejuicht: die laatste weten recentelijk weer wat terrein te winnen, waardoor we anno 2008 min of meer kunnen fluiten naar die vliegende automobielen.

Volgens mij ligt het allemaal wat genuanceerder. Zou Bach zijn muziek ook hebben kunnen schrijven voor een seculiere opdrachtgever? Vast wel, maar volgens mij zegt het feit dat we de laatste vijftig jaar zijn afgedaald naar Britney Spears en "50 Cents" iets over het verschil tussen de respectievelijke samenlevingen waarin deze componisten hun werken produceerden (voor zover men wat betreft de laatste twee over "componisten" kan spreken). Of wil Numan beweren dat het niet aan ons is om te oordelen over de vraag of Bach nu beter is of La Spears? Dat is een wel erg nihilistische gedachte.

Zet één uur de Nederlandse televisie aan en durf nog eens met droge ogen te beweren dat radicaal Verlichtingsdenken beschaving -- en niet een gebrek aan beschaving -- heeft geproduceerd. De Gouden Kooi, TMF en Temptation Island; het zijn prachtige voorbeelden van hoe onze cultuur verloedert en op die manier geleidelijk zijn aanspraak verliest om zichzelf superieur te verklaren aan de islam. Theodore Dalrymple, in mijn ogen één van de beste cultuurcritici van dit moment, schreef eens dat Shakespeare de apotheose vormt van de westerse cultuur. Daar sluit ik me, denk ik, wel bij aan. Of dient onze eigen Jan Wolkers dit prachtige compliment wellicht op zijn conto te krijgen?

Niet geheel onterecht kaart Hartman de rol aan die het onderwijs heeft gespeeld in de opkomst van het cultureel marxisme. "Het is tachtig jaar geleden al begonnen, maar in de jaren zestig van de vorige eeuw in een stroomversnelling gekomen," schrijf hij daarover. Hier maakt hij in mijn ogen een denkfout; het is al veel eerder begonnen. Het is de paradox van de Verlichting dat een filosofische beweging die streeft naar vrijheid en een afkeer van dogma(tisme), juist de basis heeft gelegd voor totalitaire ideeën. (Ik heb dat al vaker geschreven.)

De klassieken en ook de christelijke denkers eisten van hun lezers dat zij prudent en deugdzaam leefden en het beste uit zichzelf zouden halen, met een groot verantwoordelijkheidsgevoel ten aanzien van naasten en de grotere gemeenschap. De Verlichting leerde ons dat we van nature slecht waren en derhalve beter onze ondeugden konden kanaliseren dan te trachten een onbereikbaar doel na te streven. All men are created equal, en het ideaal van een vreedzame, welvarende samenleving waarin iedereen enkel en alleen kleinschalige ambities najoeg -- zoals brood op de plank en een dak boven het hoofd -- kreeg een hogere prioriteit dan individuele deugdzaamheid.

Het principe is prachtig en niemand kan ontkennen dat de westerse samenlevingen -- met name de Amerikaanse -- de laatste paarhonderd jaar een waar wonder hebben vertoond. Maar de boodschap van de Verlichting had ook een keerzijde: de creatie van een liberale samenleving was geen vanzelfsprekend proces. Langzaamaan volgden er radicalere oplossingen, die de democratisering van kennis en welvaart moesten bespoedigen. Het noemen van de naam Karl Marx in dit kader is -- zeker voor dit publiek -- eigenlijk overbodig. Maar Marx ging met zijn theorieën niet lijnrecht in tegen de Verlichting; hij was er een radicaal product van. De basis bestond al lang voordat hij geboren werd. Ook degene die ervan uitgaat dat de vestiging van een liberale democratie en vrije markt elke samenleving automatisch in een modern stramien kan duwen -- de haal-Turkije-bij-de-EU-lobby is daarvan een treffend voorbeeld --, maakt zich schuldig aan een collectivistisch maakbaarheidsgeloof.

Hartman citeert in de comments op mijn blog en ook in zijn reactie op Kishon een uitnodiging voor een lezing van Dr. Andrew Bernstein aan de Columbia University: "Conventionally, most people believe that morality can only be based in religious faith that in a world without God no principles of right and wrong could exist. Related to this, philosophers have long held that no objective, fact-based, rational code of values is possible. Regarding both points, this talk shows that the exact opposite is true. The purpose of morality is to guide human life on earth and religion is utterly incapable of it. Flourishing life requires a code of secularism, rationality, egoism and freedom."

Kortom, het "opbloeien van leven" -- geleid door moraliteit -- vereist Verlichting en het verwerpen van Openbaring. Het is jammer dat de enige testcase voor deze these het moderne Westen is, waarin de notie van Goed en Kwaad wordt beschouwd als achterhaald. De postmoderne nihilisten op onze universiteiten leren ons dat een dergelijk concept relatief is, of etnocentrisch, zo u wilt. We kunnen dus ook geen objectief oordeel vellen over mogelijk kwaad (zoals wellicht de islam) dat ons omringt.

Zoals met alle ideeën gebeurt, heeft ook déze gedachte haar weg gevonden naar de grote massa's in de westerse samenlevingen. Die gebruiken haar maar al te graag als legitimatie om zich te kunnen bezondigen aan laag gedrag, dat in andere tijden als moreel verwerpelijk zou zijn beschouwd. Prostitutiebezoek en drugsgebruik zijn inmiddels een persoonlijke keuze geworden, die wij niet mogen veroordelen. Evenzo is criminaliteit ook niet meer dan een begrijpelijke uitvlucht voor mensen die door de maatschappij in een hoek zijn gedreven. Wie zijn wij bovendien om de islam een slechte naam te bezorgen, aangezien alle culturen relatief zijn en wij derhalve geen oordeel kunnen vellen over anderen? En wie zijn wij, tot slot, om de gewelddadige radicalen te bestrijden die deze religie produceert? Is de één z'n terrorist niet de ander z'n vrijheidsstrijder? (Het is typisch dat uitgerekend de grote libertariër John Stuart Mill ervan uit ging dat dit soort slechte ideeën zouden worden verdrongen op de "marktplaats der ideeën," maar helaas postuum ongelijk heeft gekregen.)

Met andere woorden: de enige goddeloze samenleving in de geschiedenis van de mensheid beschouwt discussie over moraliteit als ouderwets gezever, enkel afkomstig van abjecte lieden die tevens de onderdrukkende krachten van het christendom, kapitalisme, imperialisme en slavernij verdedig(d)en. "Religie gaat uitsluitend over macht, en onderwerping. Toen, en nu," schrijft Hartman. Hij klinkt bijna als Marx zelve. Het is mijn inziens een product van hetzelfde nihilisme dat ook het cultureel marxisme heeft vormgegeven en waartegen Leo Strauss in de jaren vijftig van de vorige eeuw al ageerde: leg de lat maar lekker laag, lang leve de middelmaat en de ene levenswijze is geenszins beter dan de andere. Het is wat Allan Bloom "the closing of the American mind" noemde, en heeft een way of life gecreëerd die ons westerlingen belemmert totalitaire bedreigingen, van buitenaf én binnenin, van ons af te schudden.

Ik beschouw mezelf als tweehonderd procent secularistisch en wens Jahweh noch Allah noch welke God dan ook een voorkeursbehandeling te laten verkrijgen in onze vrije samenleving. Maar secularisme is niet synoniem aan de totale verbanning van God uit het openbare leven. Sterker, in onze strijd tegen islamitisch radicalisme komt onze christelijke traditie -- net als de klassieke -- uitstekend van pas.

zondag 4 mei 2008

Democraten, sluit uw geesten!

Een artikel van "joods-christelijk pastor" Ben Kok op Het Vrije Volk heeft nogal wat stof doen opwaaien. H. Numan reageerde vilein, waarna Faith Freedom International Numans stuk oppikte op zijn site. Tot slot stuurde iemand de redactie enkele e-mails met een groot aantal intolerante verzen uit het Oude Testament. Een aardige kijk in de keuken van militant-atheïstisch rechts in Nederland.

H. Numan richt zijn pijlen voornamelijk op het gebrek aan secularisme in Nederland, dat er -- inderdaad -- mede voor verantwoordelijk is dat moslims in Nederland net als katholieken en protestanten met belastinggeld hun eigen scholen kunnen stichten. Zijn conclusie liegt er niet om: "Zolang christelijke idioten (voel u a.u.b. aangesproken) in Nederland de dienst uitmaken, zullen slimme mohammedaanse sjamanen net zo hard misbruik maken van de algemene middelen, en de wet ombuigen in hun eigen voordeel."

Eerder in zijn stuk maakt Numan al duidelijk dat hij niet wenst lastig gevallen te worden met "de vuile was en kinnesinne" van "keppeltjes, burka's en sjaballas," die hij zonder pardon op één hoop gooit. Hij vraagt zich af waarom de Tien Geboden niet verboden zijn, aangezien ze "vrijwel allemaal (op twee na) in strijd [zijn] met de grondwet." Bovenvermelde e-mailer gooit het over dezelfde boeg, met hele lappen ingeplakte tekst die duidelijk moeten maken dat het Oude Testament net als de Koran inhumane passages bevat. "Ik pleit ervoor de god van de joden met pek en veren te overgieten, en uit te lachen," is zijn conclusie.

Waar gaat alle opwinding over? Ben Kok pleit -- in naam van zijn geloofsovertuiging -- tegen de plannen van minister van justitie Ernst Hirsch Ballin om het beledigen van iemands levensovertuiging strafbaar te stellen. De islam is afgoderij en verdient geen bescherming, want er is maar één God en dat is JHWH, zo luidt Koks argument. Het reeds bestaande artikel 147 uit het Wetboek van Strafrecht, dat smadelijke godslastering verbiedt, is destijds uitsluitend in het leven geroepen uit respect voor de joodse God en volstaat daarom prima. "Reageer massaal naar politici met gezond geestelijk inzicht (welke zijn dat nog?) en laat uw stem horen, ook in de media," besluit Kok zijn betoog. Een poging om op democratische wijze zijn joodse geloof een bijzondere positie in Nederland te laten verkrijgen dus. Niets meer en niets minder.

Laat ik allereerst zeggen dat ik niet zozeer de neiging voel hier een verdediging op te moeten voeren ten behoeve van het artikel van Ben Kok. Ik ben niet joods en zelfs niet gelovig. Bovendien heb ik naar eigen mening genoeg geloofwaardigheid opgebouwd in de afgelopen paar jaar om niet aan de lezers van HVV te hoeven benadrukken dat ik tegen bevoorrechting ben van welke levensovertuiging dan ook.

"God is dood"
De klaarblijkelijke lichtgeraaktheid van een aantal lezers doet mij niettemin afvragen of ze hun parelen niet voor de zwijnen werpen. Zowel de e-mail als Numans artikel (dat FFI integraal heeft overgenomen op zijn site) ontaardt in het volledig afbranden van het jodendom en het Oude Testament. De kritiek loopt -- niet geheel verrassend -- aardig in de maat met het Harry-de-Winter-thema: "De islam is oké, want in de Tora staan ook verschrikkelijke dingen." Het enige verschil is dat deze schrijvers, antifundamentalistisch als ze (gelukkig) zijn, het stuk vóór de komma weglaten, zodat ze zich in ieder geval niet schuldig maken aan pertinent onlogisch redeneren, in tegenstelling tot De Winter.

Verder voldoet het plaatje exact aan de bewering van Nietzsche dat God in de westerse liberale democratieën zélf naar de eeuwige jachtvelden is geholpen. Het is religie in het algemeen, niet de islam in het bijzonder, die voor westerlingen onderdrukking en intolerantie belichaamt. De oplossing van beide criticasters laat zich dan ook raden: de totale verbanning van God uit het openbare leven, of hij nu joods, christelijk of islamitisch is.

Dit laatste vormt natuurlijk geen definitie van secularisme. Dat een dergelijke aanname niet klopt, bewijst Numan zelf, aangezien hij veronderstelt dat er in de Verenigde Staten, christelijk-conservatief land bij uitstek, meer secularisme bestaat dan in ontkerkelijkt Europa.

De liberale democratieën rusten in werkelijkheid in grote mate op de fundamenten van met name het christendom en de klassieke filosofen. Afgezien van het feit dat men zich kan afvragen waarom een set moreel-religieuze regels als de Tien Geboden, die nergens in het Westen wettelijk bindend is, in strijd zou zijn met de Nederlandse Grondwet, vinden sommige van deze regels nog immer hun neerslag in de vaderlandse wetboeken; moord en diefstal zijn nog altijd verboden. Bovendien gaf Christus zelf de eerste aanzet tot de scheiding van kerk en staat in de westerse landen: "Geeft den keizer wat des keizers is en Gode wat Gods is."

Verlichting
Het zou best kunnen zijn dat onze liberale democratieën sinds hun ontstaan langzaamaan topzwaar zijn geworden. Vanaf de Verlichting is er namelijk iets bijzonders gebeurd: de filosofie heeft zijn huis eerst stevig neergezet op de christelijke en klassieke fundamenten, om die laatsten vervolgens volledig in gruzelementen te slaan. Het resultaat van die actie vond zijn apotheose in de jaren zestig van de vorige eeuw en manifesteert zich in militant atheïsme, moreel relativisme en uiteindelijk nihilisme.

Terwijl de oude Grieken middels filosofie de menselijke natuur wilden cultiveren om de beste mens en de beste samenleving voort te brengen, ontstond ook in het christendom een uitgebreide deugdethiek, die verwachtte van mensen dat zij zelf een zo eerzaam mogelijk leven leidden en verantwoordelijkheidsgevoel koesterden ten opzichte van hun naasten. Thomas Hobbes en John Locke opteerden daarentegen voor het balanceren van ondeugden: egocentrisme en hebzucht zijn prima, zolang ze maar worden gekanaliseerd in het democratisch bestel en de vrije markt. Op die manier mocht de mens zijn lat aanzienlijk lager leggen, om zo de kans te vergroten dat hij zijn levensdoel bereikte.

Paradoxaal genoeg is het geenszins vanzelfsprekend dat de liberale democratie -- toch bij uitstek een product van de Verlichting -- deze cultuuromslag kan opvangen. De Verlichting heeft vooral de nadruk gelegd op gelijke rechten voor iedereen, terwijl plichten en verantwoordelijkheden progressief ondermijnd zijn. ("Integratie met behoud van de eigen identiteit," is een treffend voorbeeld van dit nieuwe ethos.) Het spreekt voor zich dat een dergelijk wereldbeeld niet erg bijdraagt aan actief en positief burgerschap.

Deze ontwikkeling heeft zich in de filosofie voornamelijk in de laatste honderdvijftig jaar voorgedaan en bij de grote massa vanaf de jaren zestig. In naam van de democratisering van kennis is het onderwijs zo breed toegankelijk geworden, dat de kwaliteit ervan volledig verwaterd is. Docenten en professoren die meer doen denken aan politiek activisten dan aan overdragers van wijsheid en kennis, vertellen ons dat het "etnocentrisch" is om te veronderstellen dat de westerse beschaving, van Plato en de Bijbel tot Shakespeare en Montesquieu, superieur is aan beschavingen om haar heen. Ze vertellen ons dat promiscuïteit een groot goed is, dat desondanks millennia lang is onderdrukt door christelijke barbaren. Ze leren ons dat de rijke elite de armen op grove wijze uitbuit -- zowel op lokaal als internationaal niveau -- en dat herverdeling van inkomen, positieve discriminatie en andere semitotalitaire maatregelen nodig zijn om dat tij te doen keren. Evenzo is criminaliteit ook niets meer dan een gevolg van armoede en heeft strenge handhaving dus geen enkele zin.

Denkers die deze beeldvorming weerspreken omdat zij vrezen voor de toekomst van de westerse samenlevingen, worden "reactionair" en zelfs "fascistisch" genoemd. Vooral verwijzingen naar de Tweede Wereldoorlog zijn in dit kader een welbekende dooddoener: Leo Strauss heeft vijfendertig jaar na zijn dood nog steeds de touwtjes in het Witte Huis stevig in handen, uiteraard met desastreuze gevolgen voor de gewone man.

Deze slechte ideeën zijn vandaag de dag zover doorgesijpeld naar de onderkant van de samenleving, dat: een kwart van de Nederlandse beroepsbevolking met een uitkering thuis zit (met de ergste vergrijzing nog voor de deur); steeds minder mensen voor steeds méér mensen financieel moeten opdraaien; die situatie tot grote maatschappelijke onvrede leidt; de criminaliteit de spuigaten uitloopt; een derde van alle huwelijken op de klippen loopt; in Groot-Brittannië veertig procent van alle baby's buitenechtelijk wordt verwekt; in de VS zeventig procent van alle zwarte kinderen in een éénoudergezin opgroeit; de postmoderne elite überhaupt geen kinderen meer krijgt; een significant gedeelte van de miljoen moslims in ons land zich vervreemd voelt of zelfs radicaliseert; deze mensen nooit burgerschap is bijgebracht; het idee van burgerschap nog altijd als "hypernationalistisch" wordt beschouwd; en dat, tot slot, als gevolg van al het wereldvreemde wanbeleid dat Den Haag de laatste veertig jaar heeft uitgespuugd, het land onbestuurbaar dreigt te worden en de sociale cohesie als sneeuw voor de zon verdwijnt.

In plaats van haar kerntaken op zich te nemen -- het bieden van veiligheid aan de burger en het bewaken van de integriteit van de landsgrenzen --, vergrijpt de overheid zich in toenemende mate aan onze belastingcenten om schijnoplossingen voor bovenstaande problemen te financieren. Gratis schoolboeken, uitkeringen, prachtwijken, het Elektronisch Kind Dossier en de slurptax: het zijn alle maatregelen van een overheid die niet inziet dat ze veeleer onderdeel van het probleem is dan van de oplossing. Zoals Ronald Reagan het ooit prachtig verwoordde: "The more the plans fail, the more the planners plan."

Iedereen met gezond verstand en een een tikkeltje (christelijk) verantwoordelijkheidsgevoel voelt aan dat criminaliteit een persoonlijke keuze is, net als het laten verpauperen van je woonwijk en het krijgen van kinderen (om die vervolgens niet op te voeden). Maar in een samenleving waarin voornamelijk rechten centraal staan en niet plichten, is een dergelijk onderbuikgevoel niet vanzelfsprekend meer. Ik zag op RTV Utrecht eens een portret over een jonge Marokkaan die deelnam aan een (uiteraard zwaar gesubsidieerd) project voor probleemjongeren. Hij mocht onder begeleiding wonen in een speciaal daarvoor ingericht appartementencomplex. De jongeman had zich al vanaf zijn tienerjaren beziggehouden met kleine criminaliteit en drugsgebruik, en ondanks zijn lage leeftijd al aanzienlijke periodes doorgebracht in detentie. Zijn reactie op dit alles: "Deze maatschappij maakt je kapot, weet je." Men vraagt zich af van wie hij deze wijze levensles heeft geleerd.

Het dringt de vraag op of contracten tussen mensen en uiteindelijk de wet voldoende zijn om de sociale cohesie in de liberale democratieën van het Westen te bewaren, wanneer "vrijheid blijheid" en "instant gratification" het devies zijn. "Gij zult niet echtbreken" is enkel één der Tien Geboden, geen onderdeel van de Nederlandse wet. Desondanks zijn de meesten het er over eens dat echtbreuk niet de schoonheidsprijs verdient. Datzelfde geldt voor "Gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste" en "Gij zult niet begeren uws naasten [bezit]". Toch is het lang niet meer vanzelfsprekend dat huwelijken standhouden en wij onze naasten correct behandelen. Mensen in het Vrije Westen moeten nu eenmaal doen wat hun hart hun ingeeft, dus is het niet meer dan normaal dat een man zijn vrouw met twee kinderen laat stikken voor een exemplaar dat tien jaar jonger is. Evenzo zijn contracten niet meer dan een dode letter. Als de overeenkomst één van de partijen niet meer bevalt, scheuren we haar gewoon doormidden. (Denk aan voetballers die met hun volle verstand een vijfjarig contract bij een club tekenen en een half jaar later -- als het grote geld in het buitenland lonkt -- klagen over de hoge afkoopsom die de club verlangt.)

Het verwaarlozen van onze intellectuele fundamenten heeft geleid tot intellectuele en morele armoede, niet tot verrijking. Tocqueville meende dat een liberale democratie dit gebrek aan diepgang diende te corrigeren met nauwe bestudering van de grote boeken uit het verleden. Nietzsche vreesde dat een liberale samenleving zonder religie überhaupt niet zou kunnen functioneren. Strauss constateerde in zijn tijd al dat relativisme en nihilisme bij zijn collega's aan de Amerikaanse universiteiten gemeengoed waren geworden. Allan Bloom, tot slot, had de jaren zestig met lede ogen aangezien en betitelde de ontwikkelingen in de Amerikaanse samenleving niet als vooruitgang, maar als "the closing of the American mind."

Islam
Het militante atheïsme dat zich naar aanleiding van Ben Koks stuk op HVV manifesteerde, dreigt dan ook het kind met het badwater weg te gooien; het probleem is niet religie, het probleem is de islam. Tocqueville dacht al dat de Amerikaanse samenleving zo succesvol was omdat het veelal de uiterst vrome protestanten waren die de overstap hadden gemaakt van Europa naar de Nieuwe Wereld. Hij vermoedde tevens dat de democratie niet verenigbaar was met de islam, een opvatting die de critici van Kok wellicht zelf ook aanhangen. De islam kent een intellectuele traditie die zo totaal verschillend is van die in het Westen, dat het naïef is om te denken dat ze een "islamitische Verlichting" zou moeten doormaken en dat vervolgens alles koek en ei is.

Hoezeer sommige verzen in de Tora ons ook de haren ten berge doen rijzen, het Oude Testament staat in geen verhouding tot de Koran, waarin elke pagina vol staat met beschrijvingen van ongenadige straffen die de ongelovigen ten deel vallen in het Hiernamaals (zo niet in dit leven). Bovendien is het Oude Testament voor het overgrote deel een verzameling mythes die zijn geschreven in de verleden tijd, met betrekking tot specifieke personen, en geschreven door feilbare mensen. De Koran is een verzameling vreesaanjagende bevelen, geschreven in de gebiedende wijs, die het directe woord van Allah vormen. Tot slot zijn de scherpe kantjes uit het eerste gedeelte van de Bijbel behoorlijk afgestompt door de verzoenende taal in het Nieuwe Testament. Er is dus nogal een verschil, zowel inhoudelijk als qua status binnen de respectievelijke religies, tussen beide boeken.

De verschillen tussen beide tradities (of beter: syntheses van tradities) manifesteren zich in talloze aspecten van de wereldwijde actualiteit. Is het toeval dat de liberale democratieën uitgerekend in het Westen zijn ontstaan, of ontbreekt er nu eenmaal een aantal voorwaarden voor die regeringsvorm om te kunnen functioneren in de moslimwereld? Heeft de gewelddadige expansiedrang van de islam wellicht iets te maken met de Koran en de Hadith, die van voor tot achter volstaan met verzen over de strijd van Allah en Mohammed tegen ongelovigen? Waarom blazen joden zich nooit op temidden van Palestijnen in Oost-Jeruzalem? En waarom worden er jaarlijks meer boeken vertaald naar het Spaans dan de afgelopen duizend jaar naar het Arabisch?

Er is helemaal niets mis met enige skepsis ten aanzien van een religieus voorganger die zonder argumenten maar enkel vanuit zijn eigen onderbuik anderen probeert te overtuigen van de juistheid van zijn geloof. Het zou echter een grote fout zijn om te veronderstellen dat de drie grote monotheïstische godsdiensten onderling inwisselbaar zijn. De joods-christelijke traditie heeft ons mede onze beschaving geschonken. De islamitische traditie vooralsnog voornamelijk ellende.

De zelfverklaarde vijanden van Ben Kok kunnen dus beter hun pijlen ergens anders op richten.