zondag 17 augustus 2008

Het verraad van rechts?

Frans Smeets gaat ongegeneerd verder op Frontaal Naakt met zijn aanvallen tegen alles wat riekt naar "rechts". Hij beseft niet dat hij zelf onderdeel is van het probleem dat hij aankaart.

De reacties op mijn eerste artikel aan het adres van Frans Smeets -- het spijt me om het te moeten zeggen -- waren enigszins teleurstellend. Smeets zelf schijnt het niet gelezen te hebben, gezien de herhaling van misstappen die hij in zijn jongste schrijven begaat. Bert Brussen en Peter Breedveld zetten hun ridiculisering van HVV-scribenten en -lezers voort in de comments van laatstgenoemd stuk. Blijkbaar vormen de weinig inhoudelijke reacties van hun eigen vaste publiek op mijn eerdere epistel geen aanleiding om het misplaatste superioriteitsgevoel even te laten varen.

Ditmaal neemt Smeets de "Amerikaanse politiekfilosoof Francis Fukoyama" -- dat zijn twee taal- of schrijffouten in vier woorden -- op de korrel. Fukuyama schreef in 1989 in een artikel, in Smeets' woorden, "dat de ideologische tegenstelling met de val van het communisme als leidraad van de geschiedenis afgelopen was en dat het economisch en democratisch liberalisme met zijn individuele vrijheden de wereld zou gaan beheersen." Dit artikel werkte Fukuyama in 1992 uit tot het thans wereldberoemde boek The End of History and the Last Man.

De val van de Muur, betoogt Smeets in het vervolg van zijn stuk, leidde er niet alleen toe dat verstokte communisten in de Sovjetunie zélf hun ideologische principes in de uitverkoop gooiden in hun zucht naar rijkdom: ook "Wim Kok als ultieme linkse zwabber [wist] niet hoe snel hij zijn ideologische veren als een ongemakkelijke jas moest afgooien en gaf als een bezopen Jeltsin de gezamenlijke bezittingen aan een paar Nederlandse oligarchen." Het resultaat van deze ontwikkelingen was een hoge mate van corporatisme, niet alleen in verre oorden als Rusland en China, maar ook hier in Nederland. "Ondernemers willen geen individuele vrijheid (behalve voor henzelf) en democratie interesseert hen helemaal geen ene mallemoer. Ze willen gewoon verkopen, weinig regels en zo laag mogelijke belastingen."

"De westerse democratie met haar individuele vrijheden staat onder druk," concludeert Smeets. "De voormalige gedachte dat je deze nodig had voor een welvarende staat is veranderd in het idee dat dit laatste beter lukt bij een totalitaire overheid. De machtigste en rijke pilaar van de rechtse ideologie, die van vrijhandel, heeft haar voormalige geliefde (vrijheid en democratie) als een pooier aan de hoogste bieder verkocht. Het goedkope verraad van rechts, waardoor vrijheid en democratie niet langer ideologisch leidend zijn, maar zwaar in de verdrukking zitten."

Terloops krijgt ook Het Vrije Volk er weer van langs. Op HVV durft namelijk "werkelijk geen enkele ondernemer te adverteren. Dat zou ze toch eens aan het denken moeten zetten. Ook islamieten, overheid en links moeten namelijk eten. Zou zonde zijn om deze markt 'links' te laten liggen. HVV doet me soms een beetje denken aan de naïeve communisten van rond 1917 die zichzelf twintig jaar later, al scheldend op oude dogma's van een voorbije tijd, vrijwillig lieten executeren, puur en alleen omdat de Partij (vrijhandel) nu eenmaal geen fouten kon maken." En dat is wellicht ook ons lot, denkt Smeets: "Veel blogs, van HVV tot Indymedium, staan buiten dit spectrum waarin de overheid graag ziet dat je je begeeft. Het zou mij dan ook niet verbazen dat binnen tien jaar deze blogs, elkaar in hun stereotiepen beschimpend over rechtslinks tegenstellingen en omringd door de naakten van Jenny, door Google-Earth Security Services richting Goelagarchipel gestuurd zullen worden."

In de beleving van Frans Smeets bestaat de wereld dus uit marxisten en liberalen. De eersten hebben -- wellicht tot zijn spijt -- volledig aan geloofwaardigheid ingeboet, hetgeen leidde tot "het einde van het collectivisme en overheidssturing van links." Daarvoor in de plaats gekomen zijn de "oligarchen" die onze vrijheid en democratie (en waarschijnlijk nog hun eigen ziel) in de uitverkoop doen teneinde hun handelsbelangen te bevorderen. Andere mensen bestaan niet in de beleving van Smeets. (Men kan zich overigens afvragen waar, naar zijn inzichten, die vrijheid dan wél in goede handen zou zijn. Misschien toch maar een socialistische heilstaat? Of een vorm van "geleid kapitalisme"? Het is geen geringe opgave om voorbeelden te vinden van bastions van vrijheid buiten de samenlevingen van het Westen.)

De realiteit is uiteraard genuanceerder dan dat. Dat Smeets niet verder komt dan de tegenstelling tussen liberalisme en marxisme bevestigt het beperkte kader van het Verlichtingsdenken. Het scheppen van een samenleving (of internationale orde) volgens welk economisch en politiek-institutioneel stramien dan ook is niets anders dan een naïef maakbaarheidsgeloof. Dit moderne utopisme kon ontstaan omdat de Verlichting ervan uitging dat de ongekende successen in de natuurwetenschappen ook in de politieke filosofie konden worden behaald. De Verlichting begon in feite dan ook niet met Hobbes en Locke, maar met de grote natuurkundige Isaac Newton.

Het socialisme noch het liberalisme doet recht aan de menselijke conditie. Culturele aspecten spelen in deze economische theorieën nauwelijks een rol. Waar ze dat wel doen, is die rol slechts negatief: de morele en sexuele taboes van weleer, zo luidt het argument, dienden enkel om de emancipatie van de arbeider dan wel de totale vrijheid van het individu in de kiem te smoren. Toen in de jaren zestig de geest uit de fles kwam, gingen ook meteen alle remmen los. Sexuele losbandigheid, "vrijheid blijheid" en "grenzen verkennen" vormden het nieuwe devies. Oude hierarchieën maakten plaats voor culturele "progressie". Het idee dat die hierarchieën een bepaalde morele en culturele orde mogelijk maakten kwam niet op in de hoofden van liberalen en marxisten. In plaats daarvan sloten zij een monsterverbond om hun cultureel-liberale agenda door te voeren.

Dit progressivisme stond lijnrecht tegenover het conservatisme dat in de jaren vijftig nog dominant -- zij het reeds tanende -- was in het Westen. Dat betoogde, in de woorden van Edmund Burke, dat de samenleving een contract was tussen de doden, de levenden en de ongeborenen. Het in stand houden van de westerse culturele tradities vormde de beste garantie voor een duurzame sociale orde, meenden Burke en andere conservatieven. Voor zover sociale verandering wenselijk was, zo zei Churchill eens, was "K.M.T." het devies: "Keep Muddling Through".

Het conservatisme staat voor het besef dat een vrije samenleving niet kan functioneren zonder bepaalde mores en culturele homogeniteit. Zij is opgebouwd van onderaf, niet opgelegd door de staat. Een prudente levensstijl, waarin het gezin, een sterke werkethiek, democratisch burgerschap en een gezonde dosis gemeenschapszin centraal staan, is de enige essentiële voorwaarde voor het voortbestaan van de vrije samenleving. Het geloof en de gemeenschappelijke cultuur zijn bij uitstek geschikte doorgeefluiken voor een dergelijke levensstijl. Haalt men deze elementen weg, dan holt men de samenleving uit en is het enige dat overblijft de hobbesiaanse anarchie, waarin een ieder enkel denkt aan zijn eigenbelang en de staat ziet als middel om dat eigenbelang te bevorderen. Libertarisch, liberaal, of marxistisch, wat moraal betreft zijn ze één pot nat.

De liberalen en marxisten hebben niettemin stevig hun stempel weten te drukken op de westerse beschaving. De elites die vanaf de jaren zestig de universiteiten en politieke partijen bevolken zijn bijzonder succesvol geweest in het afbreken van tradities en het produceren van nieuwe, middelmatige standaarden. Ze zijn vooral bedreven in activisme, dat zou moeten leiden tot de emancipatie van allerlei vermeend achtergestelde groepen in de samenleving. Onze professoren grossieren in zelfhaat, cultureel marxisme en het bevorderen van middelmaat. Het bestuderen van grote boeken op de letterenfaculteiten is er niet meer bij. Onze kunstenaars leggen niet langer de "sublieme en mooie" dingen des levens vast, maar zijn vooral meesters in "het breken van taboes," "vernieuwing" en "originaliteit", alsof het "breken van taboes" op zichzelf al een deugd vormt. Niet langer het vertoonde, maar het pseudo-intellectuele ego van de maker staat centraal. (Vandaar dat de moderne "kunst" de moeite van het aanzien doorgaans tweehonderd procent waard is.)

Dat dit monsterverbond van liberalen en marxisten funeste gevolgen heeft gehad voor de westerse beschaving kan nauwelijks een verrassing zijn voor Smeets en consorten. Waar de moderne staat aan de onderkant van de samenleving luie burgers heeft gecreëerd die hun 32-urige werkweek zien als een noodzakelijk kwaad en het liefst een uitkering zouden genieten, investeert de bovenkant zijn zuurverdiende centen liever in een lange vakantie in de zon en een dure sportwagen dan in de voortplanting van zijn eigen geslacht. En van hoog tot laag loopt een derde van alle huwelijken op de klippen, worden steeds meer kinderen buitenechtelijk geboren, neemt drugsgebruik toe en laven we ons aan de fast-food massacultuur. Maar ja, we leven in een vrij land; wie zijn wij om te oordelen over het gedrag van anderen?

Smeets' opvatting dat de grote multinationals en hun CEO's de grootste bedreiging vormen voor zijn vrijheid mag met recht een gotspe worden genoemd. Zijn eigen middelmaat producerende en moreel verderfelijke progressivisme is als enige schuldig aan het feit dat onze scholen en universiteiten hun pupillen niet langer bijbrengen wat vrijheid en democratie eigenlijk betekenen. Zonder de conservatieve enkeling die überhaupt nog de moeite neemt om de werken van Plato, Aristoteles, Thomas en Maimonides te bestuderen, zouden we met zijn allen allang zijn vergeten wat de fundamenten zijn van onze vrije samenleving.

Het resultaat van dit intellectuele en culturele verval is een meester in de rechten (!) die als minister van Justitie arrestatieteams afstuurt op mensen die in zijn ogen de vrijheid van meningsuiting misbruiken om anderen te kwetsen. Nog heel even en de destructieve geestesgesteldheid van lieden als Smeets gaat keihard in haar eigen staart bijten.

zaterdag 2 augustus 2008

Peter Breedveld opent aanval op rechtse blogs

Op Frontaal Naakt krijgen HoeiBoei en Het Vrije Volk er stevig van langs. In hoeverre is deze kritiek terecht?

Tot op heden heb ik populaire weblogs als Frontaal Naakt, Bert Brussen en Sargasso meestal genegeerd. Verbittering mijnerzijds? Geenszins. Af en toe vinden op deze stekken hoogst interessante polemieken plaats. Maar mijn beperkte tijd kan ik beter besteden aan het lezen van andere lectuur; ik ben vaak niet eens in de gelegenheid om op HVV bij te blijven.

Vandeweek werd mijn interesse echter gewekt door een paar artikelen op Breedvelds website. Het meest relevante is van de hand van Frans Smeets, die schrijft: "het bonte gezelschap [van rechtse bloggers] draaft door in zijn antigedrag, gooit alles op een hoop en de bad guys zijn altijd duidelijk. De mensen achter deze blogs weigeren over hun eigen schaduw heen te kijken. Ze eisen een totale bewegings- en gedachtenvrijheid voor zichzelf en van ieder individu, maar willen vervolgens een begrenzer inbouwen voor mensen uit islamitische landen, waarbij ze het liefst nog de fysieke dwang van de door hun bestreden overheid willen toepassen om hun eigen tuintjes vreemdelingenvrij te houden. En als deze vreemddenkers al in ons land zijn, eisen ze aangepast denken. Rechtse gedachtepolitie bestaat ook." Wat hoger op de website prijkte een aanval op de webmaster van weblog HoeiBoei, Annelies, die door Breedveld wordt betiteld als een "zeloot" en "kinderachtig-dictatoriaal".

Smeets' aantijgingen worden nog eens kracht bijgezet door een reactie van Bert Brussen, die zich -- retorisch -- afvraagt waarom Het Vrije Volk geen reactiefunctie op zijn website heeft. Welnu, het is heel wel mogelijk dat deze heren dermate goed geboerd hebben in het verleden dat zij alle tijd hebben om de hele dag te schrijven, modereren en reageren. Wellicht genieten zij een uitkering of verdienen ze veel geld met hun website. Maar schrijvers als ik -- en ik vermoed ook Duns en Clark -- moeten full-time werken om brood op de plank te krijgen. Veel tijd om hevige discussies in goede banen te leiden heb ik niet.

Bovendien biedt de voorpagina van HVV inderdaad een "bont gezelschap" van schrijvers, van libertariërs en rechtsconservatieven tot bezorgde burgers zonder ideologische veren en een enkele linkse bijdrage. Zelfs 9/11-samenzweringstheorieën zijn niet geschuwd op HVV (tot mijn eigen teleurstelling). Alle inzendingen, mits goedgeschreven en relevant, worden geplaatst. Het meest opvallende dat ik deze week tegenkwam op Frontaal Naakt was de in mijn ogen overgewaardeerde linksliberale blogger Willem de Zwijger, die de plank volslagen missloeg met een analyse over de wortels van het lage democratische gehalte van de Europese Unie.

Hoe dan ook, deze kritiek op rechtse weblogs leeft binnen linkse kringen en dient serieus te worden genomen. Voor een deel is ze ook terecht. Aangezien HVV een podium is waar het een ieder vrij staat om artikelen te publiceren, is ook de zogenaamde "onderbuik" nog wel eens prominent aanwezig. Dat is enerzijds jammer, maar ook een logisch gevolg van de monumentale verschuivingen die thans plaatsvinden in het medialandschap; doorsnee mensen, die decennialang zijn geïndoctrineerd door media die totaal waren losgezongen van de samenleving, zien op deze wijze eindelijk een beeld van de wereld in de media dat lijkt op het hunne. (Een andere weg is die van de censuur en IP-bans, een oude linkse reflex, die ook Breedveld graag hanteert.)

Bovendien heeft HVV een aantal schrijvers voortgebracht die geenszins zouden misstaan op de opiniepagina's van landelijke dagbladen. Sterker nog, enkelen van hen -- uit mijn hoofd: Lucas Hartong, Daniël T. Boom, Muriel Muyres en R. Hartman -- hebben de stap naar de oude media reeds gezet. Ik weet uit persoonlijke ervaring dat hun artikelen worden gelezen door mensen die daadwerkelijk een verschil kunnen maken voor Nederland. Niet slecht, voor een podium dat in de jaren negentig nog schitterde door afwezigheid.

Maar draven deze -- en andere -- schrijvers echt door in hun "antigedrag", zoals Smeets stelt? Vormen zij een "rechtse gedachtepolitie"? Smeets vervolgt in zijn stuk: "Het bashen van Islam, Links en Overheid is een doel op zich geworden, dat voorbij gaat aan elke realiteitszin of relativering. Je identiteit bouwen op de afbraak van anderen is een zwaktebod. Je maakt jezelf ideologisch afhankelijk van datgene wat je bestrijdt. Waar zouden deze arme zielen zijn zonder de islam en zonder de PvdA?" Breedveld voegt er in de lezersreacties nog diverse malen aan toe dat we allen slaafse volgers van Wilders zijn, die de Koran en hoofddoekjes willen verbieden. (Ikzelf en vele anderen op HVV hebben overigens nog nooit gepleit voor een Koranverbod.)

De werkelijke oorzaak van de problemen die Smeets opvoert, laat zich raden: "Ze gaan volledig voorbij aan de schuldvraag van Rechts. De ideologische motieven om grote groepen immigranten toe te laten vanaf halverwege vorige eeuw waren namelijk economisch van aard. Het waren RECHTSE motieven," aldus Smeets. "En daarmee schieten de blogs vaak op het huis dat ze zelf gebouwd hebben."

Frans Smeets bedient zich dus van dezelfde rammelende logica als André Krouwel: de maatschappelijke krachten die ten grondslag lagen aan de massa-immigratie in de jaren zestig en daarna, moeten doorgaan voor "rechts". Men kan zich oprecht afvragen wat er "rechts" is aan het feit dat een groot deel van de immigranten werd afgewimpeld met een royale uitkering na de oliecrisis van 1973 en de tien jaar van stagflatie die daarop volgde, of aan de gezinshereniging, die voornamelijk plaatshad onder Lubbers in de jaren tachtig. "Rechts" in Nederland was op zijn hoogst "liberaal".

Het liberalisme is in essentie een abstract maakbaarheidsgeloof, dat niet erg verschilt van het marxisme. Het is ontsproten aan de Verlichting en heeft uiteindelijk alle traditionele bases van gezag -- kerk, gezin en patriarchaat -- afgebroken. In de plaats daarvan kwamen individualisme, mensenrechten, universalisme, kosmopolitisme, multiculturalisme en een uiterst utilitaire benadering van de menselijke conditie. De houding van liberale partijen als de VVD en D66 ten aanzien van sociaal-culturele kwesties -- de juridische status van softdrugs is een goed voorbeeld -- zegt genoeg over hun zogenaamd "rechtse" aard.

Marxisme noch liberalisme biedt uiteindelijk een bevredigende beschrijving van de horizon van gewone mensen, die een prudent, verantwoordelijk bestaan doormaken, economisch hun bijdrage leveren, communiceren met mensen in één taal, willen genieten van een authentieke cultuur -- en dit alles met als fundament hun eigen gezin en eventueel het geloof. De moderne politieke wetenschap denkt vooral in abstracte termen: de arbeider, de kapitalist en de bourgeoisie. Zij vervullen allen hun rol in de moderne samenleving, die te perfectioneren is met de juiste prikkels; door staatsgestuurde allocatie van arbeid en kapitaal (marxisme), of door het onderwerpen van burgers aan het stramien van de vrije markt en een democratisch regime (liberalisme). Hiermee brengen zij de menselijke conditie terug naar een eenvoudig wetenschappelijk model, dat niet in staat is om de complexe krachten te omschrijven die mensen drijven: hun emoties, gevoel van rechtvaardigheid, gedachten over goed en kwaad en spirituele drijfveren.

Uiteraard is het liberalisme beter dan marxisme in staat om deze krachten vrij baan te geven, hetgeen het in de achttiende en negentiende eeuw ook heeft gedaan. Maar het liberalisme was altijd onverschillig ten aanzien van deze krachten; ze dienden te worden verdrongen naar achter de voordeur, om zo plaats te maken voor de economische en technologische vooruitgang die onverbiddelijk doordenderde. Het liberale model is in principe even goed toepasbaar op Turkije of Irak als op de Verenigde Staten en Nederland. Zolang de druk op deze landen om de moderniteit te omarmen maar aanhoudt, zo is de gedachte, dan komt het vanzelf wel goed in deze landen. Culturele eigenaardigheden spelen niet langer een rol.

Uiteindelijk kan de essentie van het debat over de islam in Nederland worden samengevat in de volgende vraag: is het mogelijk om bevolkingsgroepen te laten assimileren in Nederland met een culturele achtergrond die zó wezensvreemd is aan de liberale democratie als de islamitische? De marxisten menen dat het een kwestie van economische achterstelling is, die met financiële injecties kan worden doorbroken. De liberalen menen dat de nieuwkomers in het diepe moeten worden gegooid en juist verstoken dienen te blijven van sociale zekerheid.

Hoewel de tweede oplossing meer soelaas biedt, zijn beide uitermate beperkte benaderingen. Geen van beide ideologieën neemt het culturele aspect van de problematiek in acht. De negentiende-eeuwse Franse filosoof Alexis de Tocqueville dacht al dat de Amerikaanse samenleving in zijn tijd zo succesvol was vanwege haar samenstelling: degenen die een nieuw leven kwamen beginnen in de Verenigde Staten waren voornamelijk diep religieuze protestanten, die een uitstekende werkethiek en een afkeer van ongebreidelde staatsinmenging met zich meebrachten uit de Oude Wereld. De islam, zo dacht Tocqueville, is niet verenigbaar met de samenleving die hij aantrof op zijn reis door Amerika. Vermoedelijk heeft hij achteraf gelijk gekregen: terwijl het (post-)christelijke Westen enkel bestaat uit democratieën, is er in de hele islamitische wereld niet één te vinden. Islamitische landen hebben de democratie op zijn zachtst gezegd dus niet in hun armen gesloten.

Die observatie heeft tevens gevolgen voor Nederland, nu onze samenleving binnen een generatie bijna een miljoen moslims heeft moeten absorberen, allen afkomstig uit niet-democratische, illiberale oorden. Smeets' vervelende opmerking ten spijt dat de schrijvers van HVV zo'n beetje anti-álles zijn, vormen de drie zaken waartegen wij ageren en die hij opnoemt inderdaad de kern van de problemen: "Islam, Links en Overheid." Het is Links dat de afgelopen vijfentwintig jaar voorop heeft gelopen in de omarming van het multiculturalisme. Toen de sociaal-economische achterstand van immigranten schrijnende vormen aan ging nemen, was het inmenging van de Overheid die de pijn van deze mensen moest verzachten. Maar ondanks het immense circus aan subsidies, uitkeringen en culturele programma's, tot slot, is het probleem van de Islam in Nederland alleen maar groter geworden.

Wij zijn geen "multicultihaters" (een term van Brussen) omdat we Nederland willen terugbrengen naar een homogene natiestaat die enkel een thuis biedt aan mensen met blonde haren en blauwe ogen. Wij bekritiseren het multiculturalisme omdat het geen recht doet aan de menselijke conditie. "People define themselves by what they are not," schreef Huntington. Wie die waarheid geweld aandoet, schept automatisch ruimte voor de onderbuikgevoelens die hij zo eng vindt (en ziet zich al snel gedwongen reactionaire columns te gaan schrijven op het internet). De vrije samenleving kan niet functioneren zonder morele en culturele homogeniteit onder haar ingezetenen. De meerderheid van moslims kan niet omgaan met de vrijheid die Nederland hen biedt. En de meerderheid van Nederlanders accepteert niet langer dat deze mensen gebrekkig integreren en in economisch opzicht een netto last vormen voor de samenleving.

De linkse vrienden op Breedvelds en Brussens websites hebben alle recht om hun rechtse tegenhangers te beschimpen. Het zou echter prettig zijn wanneer ze andermans argumenten pareren met tegenargumenten, in plaats van zich te beperken tot het schetsen van lelijke karikaturen. Als ze bovendien mij willen onderbrengen onder hun eigen verknipte definitie van het begrip "rechts", kennen ze de schuld voor de problemen toe aan de verkeerde. Wellicht dient deze strategie een niet zo nobel doel: het gegoochel met politieke termen kan de verwarring stichten die nodig is om zichzelf van alle blaam te zuiveren.