zaterdag 31 januari 2009

Het rijk der paria's

Wie een publieke discussie dusdanig succesvol wil voeren dat hij zijn tegenstander overrompelt, doet er goed aan om het eigenlijke debat juist niet te voeren, maar om hem tot paria van de samenleving te verklaren.

Toen de kersverse regering-Obama vandeweek haar economische "stimuleringsplan" door het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden loodste, staken de linkse commentatoren hun afkeer van de felle Republikeinse weerstand (geen van de Republikeinse Afgevaardigden stemde vóór) niet onder stoelen of banken. Zo schreef Eugene Robinson dat het hem leek alsof "de Republikeinse fractie heeft zitten vergaderen in een geluiddichte kamer." De Republikeinen, vervolgde Robinson, "hebben het enkel aan zichzelf te danken als ... zij uiteindelijk hun baan verliezen." Nobelprijswinnaar Paul Krugman betichtte de tegenstanders van het stimulusplan ervan "niet met een goed geweten" te debatteren en noemde hun argumenten "fundamenteel frauduleus". En de Amerikaanse president zelf waarschuwde de Republikeinse Afgevaardigden: "Je kunt niet alleen maar luisteren naar [de conservatieve radiomaker] Rush Limbaugh en dingen voor elkaar krijgen."

Misschien hebben deze hoge heren het gelijk wel aan hun zijde. Maar het spreekt boekdelen dat de "job approval rating" van het Amerikaanse volk voor het Congres momenteel -- kort na aanname van het stimulusplan in het Huis -- op 27 procent staat, terwijl 63 procent van de Amerikanen diens inspanningen afkeurt. Bovendien is het typisch dat Robinson noch Krugman noch Obama met ook maar één woord rept over de elf Congresleden aan Democratische zijde die eveneens een tegenstem uitbrachten.

Argumenten zijn hier niettemin van secundair belang. Robinson en Krugman wagen zich aan een uitermate gevaarlijk spelletje: ze degraderen hun conservatieve tegenstanders tot paria's, relikwieën uit het verleden, die met name handelen vanuit een verborgen agenda en zichzelf reduceren tot een overbodige, marginale stroming binnen de Amerikaanse samenleving. Het serieus nemen van hun bezwaren is dan niet langer vereist.

Dezelfde reflex kunnen wij tevens dichter bij huis ontwaren. Kort voor de laatste Amerikaanse presidentsverkiezingen voerde Fransisco van Jole een "televisiecolumn" op in het VARA-programma De Leugen Regeert. Daarin reageert hij op het plan van omroepbaas Henk Hagoort om het rechtse publiek in Nederland meer te bedienen middels het publieke omroepbestel. Met deze "Telegraaflezers" heeft Van Jole niet veel op, zo blijkt: "De media hebben ... een Marokkanenprobleem. En dat komt omdat de Telegraaf de nieuwsagenda in Nederland bepaalt." Vervolgens maakt hij een illustratief uitstapje naar de andere kant van de Atlantische Oceaan: "In de Verenigde Staten hebben ze voor de Telegraaflezer een heel speciale zender met een hekel aan alles dat anders is. Die heet: Fox News." Het televisiefragment dat met deze laatste woorden gepaard gaat, is het beruchte interview dat de Democratische Afgevaardigde Barney Frank gaf aan Bill O'Reilly van Fox, waarin die laatste de vloer met hem aanveegde.

In Van Jole's ideale wereld komen de media pas in opstand wanneer Rita Verdonk een ministerspost krijgt, of wanneer Geert Wilders aankondigt dat hij een internetfilmpje van tien minuten over de islam gaat maken. Het nihilisme van Marokkaanse jongeren die hele wijken terroriseren acht hij niet nieuwswaardig. Feit is echter dat elke Amerikaan die het horen wilde dankzij O'Reilly (foto) kon weten hoezeer de Democratische stokpaardjes Fannie Mae en Freddie Mac hebben bijgedragen aan het ontstaan van de Amerikaanse hypotheekcrisis. Nederlandse journalisten wreven in hun handen bij het aanzien van de schandalige lastercampagne tegen Sarah Palin, maar zwegen als het graf over de Communities Reinvestment Act en Bill Ayers, zaken die lelijke smetten vormen op het blazoen van president Obama.

Het meest recente voorbeeld van dergelijke angstzaaierij betreft een artikel van Frans Smeets op Frontaal Naakt. In augustus schreef ik een repliek op een stuk van Smeets waarin hij betoogde dat de schrijvers van Het Vrije Volk een obsessie hebben met "Islam, Links en Overheid". Vijf maanden na dato moet hem nog van het hart dat mijn repliek haarfijn aangeeft "waarom HVV een bonte verzameling van volstrekte paranoïde en gefrustreerde idioten is". Hij vervolgt: "Dan, als klap op de vuurpijl, volgt er een autistisch verhaal over een eeuwige strijd tussen marxisme contra liberalisme [sic], waarbij de Good Guys van HVV natuurlijk aan de juiste kant staan." Smeets sluit zijn aanval -- althans wat mijn persoon betreft -- af met: "In Marks cultureel homogene samenleving met de juiste menselijke conditie had journalist Arnold Karstens voor een executiepeleton gestaan. Je moet maar durven om andermans menselijke conditie te willen bepalen en wie wel en niet tot een cultureel homogene samenleving hoort. Volgens mij hebben we daar in de vorige eeuw een mislukt experiment mee gehad."

De opmerking over Arnold Karskens gaat gepaard met een link naar een artikel van Mark Evers en niet van ondergetekende, maar Smeets heeft er kennelijk geen problemen mee om mij woorden in de mond te leggen en zo de suggestie te wekken dat ik persoonlijk oproep tot geweld. Bovendien ging mijn "autistische" verhaal niet over de eeuwige strijd tussen marxisme en liberalisme, maar over het feit dat deze stromingen in zekere zin twee zijden van dezelfde medaille vormen, en dat het conservatisme per definitie wars is van beide ideologieën. Ook de zinsnede "cultureel homogene samenleving met de juiste menselijke conditie" vormt een pertinente verdraaiing van mijn woorden. Lezen is blijkbaar niet Smeets' sterkste kant.

De kwalificaties voor Het Vrije Volk die de lezersreacties op het stuk opleuken zijn niet mals. Termen als "cryptofascistische en -racistische propaganda" en "domrechts" passeren de revue. Eén persoon schrijft: "[H]et gros van de schrijvers [dénkt] vooral ... intelligent en belezen te zijn, terwijl het in werkelijkheid om gefrustreerde, reactionaire schreeuwerds gaat." Ondanks deze hooghartigheid over het vermeende gebrek aan intellect bij HVV, kunnen de wat meer serieuze stukken van onder anderen Encina Navan -- deze "blijft maar doorzaggen, totdat 'ie zelf blijkbaar in slaap valt en met zijn hoofd op het knopje 'verzend' klikt," aldus Breedveld -- evenmin rekenen op de goedkeuring van de heren bij Frontaal Naakt.

Intussen strooien zij met de ene na de andere verwijzing naar de Tweede Wereldoorlog. Maar degene die gewag maakt van het feit dat het fascisme, communisme en progressivisme gezamenlijke intellectuele wortels koesteren, kan rekenen op de toorn van Breedveld, die met rollende ogen mededeelt dat de discussie vooral niet wéér mag ontsporen.

Dit legertje internettijgers lijkt niet te beseffen dat zijn laag bij de grondse tactieken een hypotheek leggen op een vrij publiek debat. De pathetische pogingen om de schrijvers en lezers van Het Vrije Volk te verwijzen naar het rijk der paria's zullen niettemin averechts werken. Uiteindelijk vormen de artikelen op HVV, of deze de moeite van het lezen nu waard zijn of niet, een uiting van onvrede over wat de linksliberalen de afgelopen veertig jaar van onze samenleving hebben gemaakt. Wie deze sentimenten buiten de orde verklaart, zal de onvrede veeleer versterken dan verzwakken.

In dit licht bezien zal het mij benieuwen hoe lang de liefde voor president Obama in de Verenigde Staten stand zal houden. Zijn misprijzen van de conservatieve oppositie, alsmede zijn arrogantie en blinde vertrouwen in voorganger Franklin Delano Roosevelt, kunnen hem nog duur komen te staan.

1 opmerking:

  1. Lekker blijven schrijven en Peter Breedveld, kornuitjes en/of klonen links laten liggen. Hun opiniërende rol is nagenoeg uitgespeeld en soms lijkt het erop dat ze daar weet van hebben.

    BeantwoordenVerwijderen