vrijdag 20 juni 2008

De inquisiteurs van Canada's mensenrechtencommissies

Terwijl de vrijheid van meningsuiting in Nederland wordt uitgehold, heeft een belangrijke affaire in Canada op dit podium helaas nog amper aandacht gekregen.

De enige (zijdelingse) verwijzing naar Ezra Levant op Het Vrije Volk is van Hans Besseling, die eind april een artikel van Bruce Bawer integraal op de site plaatste. Maar de beslommeringen die deze Canadees heden ten dage aan zijn hoofd heeft, bieden tevens een aardige illustratie van de richting die ons eigen land inslaat. Ook Levant mag zich namelijk verantwoorden bij de autoriteiten voor zijn publicaties, omdat islamitische radicalen zich erdoor beledigd voelden.

De timing kan amper toeval zijn: ongeveer tegelijkertijd diende het Canadian Islamic Congress een klacht in bij drie Canadese mensenrechtencommissies tegen het magazine Maclean's, dat een uittreksel van Mark Steyns America Alone had gepubliceerd. De Ontario Human Rights Commission (OHRC) heeft inmiddels verklaard dat deze zaak buiten haar jurisdictie valt. De federale commissie en die van Alberta moeten zich nog uitspreken over de aanklacht.

Hoewel de OHRC zich formeel dus niet wenste te bemoeien met de zaak, was de hoofdcommissaris niet te beroerd om Maclean's van stevige repliek te voorzien: "Stereotyping hurts the people and groups targeted, their families and their communities, and ultimately, all of us. In the post-9/11 world, we have seen more and more negative portrayals of Muslims and the rise of Islamophobia. Like racial profiling and other types of discrimination, ascribing the behaviour of individuals to a group damages everyone in that group. We have always spoken out on such issues."

De zaak tegen Ezra Levant ging lopen in 2006, toen de de Edmonton Muslim Council en Syed Soharwardy van de Islamic Supreme Council of Canada gezamenlijk een klacht indienden bij de Alberta Human Rights and Citizenship Commission (AHRCC). Levants magazine, de Western Standard, had het aangedurfd de Deense Mohammedcartoons te publiceren. Hoewel het blad zelf inmiddels ter ziele is gegaan, mocht hij zich persoonlijk komen verantwoorden voor het AHRCC.

Soharwardy, een Saoedische imam, is overigens een radicale moslim die streeft naar sharia-wetgeving in Canada. Op de ochtend dat de gewraakte editie van de Western Standard verscheen, debatteerden hij en Levant in een talkshow op de Canadese radio over de vrijheid van meningsuiting. Direct na de uitzending liep Soharwardy naar de politie om aangifte te doen van "belediging". Een concept als het democratische politieke debat heeft deze man van huis uit niet meegekregen; de zweep van de autoriteiten is het enige middel dat hij kent om tegenstanders te overtuigen van zijn standpunt.

Levants advocaten eisten vooraf dat hij zijn verhoor door de AHRCC zou mogen filmen en de commissie stemde daarmee in. Wat volgde, was een indrukwekkende show waarin Levant zijn gesprekspartner volledig te kijk zette. Negen-nul voor het vrije woord. Niet geheel onverwacht verscheen de film in delen op YouTube. Zo wist Levant tot ver buiten de Canadese landsgrenzen de aandacht op zich te vestigen. Zijn YouTube-filmpjes verspreidden zich als een lopend vuurtje over het internet en hij verscheen zelfs in een aantal Amerikaanse talkshows.

Om er een schepje bovenop te doen, verklaarde Levant ook op zijn weblog de oorlog aan de talrijke Canadese mensenrechtencommissies. Hij trekt onder meer de procedures die zij volgen, alsmede hun autoriteit, publiekelijk in twijfel. Ook beklaagt hij zich erover dat de juridische kosten die de klagende partij maakt geheel worden vergoed, terwijl de beklaagde zijn verdediging uit eigen zak moet bekostigen. Saillant detail is verder dat de AHRCC in haar hele bestaansgeschiedenis nog niet één klacht ongegrond heeft verklaard. (Wellicht is dat het logische resultaat van voornoemde financiële discrepantie.)

Eén incident waarvan Levant melding maakt op zijn weblog spant echter de kroon. Het vond plaats in een eerdere zaak in weer een andere mensenrechtencommissie en heeft betrekking op Giacomo Vigna, één van de rechters van die commissie. Midden in een getuigenverhoor verklaarde deze Vigna plots het volgende: "Sorry. Mr. Chair, I don't have the flu but I don't feel in a serene state of mind to proceed with the file today. I don't feel very well. I feel dizzy, I feel anxiety, and I am not in a serene state of mind to proceed with this file today." U leest het goed: "not in a serene state of mind." Toen de verdediging zich beklaagde over deze merkwaardige gang van zaken, was Vigna's reactie: "I feel insulted by that comment."

Naar aanleiding van Levants hilarische commentaar over dit incident stuurde Vigna een brief waarin hij dreigde met een nieuwe aanklacht wegens laster. Daarmee plaatste hij zijn eigen kinderachtige gedrag vermoedelijk voor een langere periode in de schijnwerpers.

Inmiddels heeft één van de klagers, Soharwardy, zijn aanklacht tegen Levant ingetrokken, omdat hij van mening was dat de zaak "volledig uit de hand" is gelopen (uiteraard niet dankzij hemzelf, maar vanwege Levants publieke verzet). De klacht van de Edmonton Muslim Council blijft niettemin staan. Bovendien heeft ook een voormalig collega van rechter Vigna Levant aangeklaagd wegens laster. En Levant zelf heeft inmiddels aangegeven dat hij desnoods doorprocedeert tot aan het Canadese Hooggerechtshof.

Deze zaak gaat ons allen aan. Nu Gregorius Nekschot naar alle waarschijnlijkheid hetzelfde lot tegemoet gaat als Ezra Levant en het Openbaar Ministerie binnenkort besluit of het Geert Wilders gaat vervolgen, waagt ook in Nederland de staat zich op glad ijs. Het is maar te hopen dat een verstandige rechter deze (eventuele) aanklachten resoluut naar de prullenbak verwijst, maar eigenlijk is een strafzaak al een ruime stap te ver. De rechtspraak dient in dezen slechts de uiterste beteugeling van de staat binnen de vrije samenleving te vormen, niet een stuk gereedschap dat te pas en te onpas kan worden gehanteerd om burgers in het gareel te houden. Dit soort intimidatie noopt opiniemakers tot zelfcensuur, met funeste gevolgen voor de democratische rechtsorde, die niet kan functioneren zonder vrijheid van meningsuiting.

Afgezien van het feit dat geen mensenrechtenadvocaat of -commissie ooit opkomt voor mijn gekrenkte gevoelens iedere keer als imam Fawaz weer eens van zich doet spreken, kan men zich ernstig afvragen of de eisen van radicalen niet steeds verstrekkender zullen worden naarmate zij successen boeken in hun misbruik van het strafrecht in westerse landen. Een dergelijke ontwikkeling zal op haar beurt alleen maar méér onvrede scheppen onder de autochtone burgers. Ezra Levant verwoordde het treffend: "You know, it's not these cartoons that create hatred. It's radical muslims who blow things up, who torch my synagogue, who file nuisance suits. They're the ones who make people hate muslims. ... Because North Americans say: 'Yikes! If that's what Islam's about, I don't like it.'"

Laten we hopen dat mensen als Nekschot, Wilders, Steyn en Levant niet voorgoed de mond wordt gesnoerd.